

Naar aanleiding van een ontmoeting online met Marifé Medrano Flor uit Mexico werkte ik mee aan Colab Arte Texto op Instagram. Hiervoor maakte ik een visuele mindmap en deed mee aan een interview.
Het resultaat, afbeeldingen en tekst op Instagram:
https://www.instagram.com/p/CIoa7TkjW5x/
1) How old are you?
2) Nationality
I am Dutch and finished Art Academy in 1998.
3) How would you define your creative process? (Intuitive, organic, analytic, etc)
To be able to work creatively it is important that I feel a certain urge and joy to make something. Painting is a different method than crocheting or working with textiles. Not only in duration, but also in concentration. It is a process of directing and letting go, where everything is possible, that freedom is of great importance. Freedom and associative thinking are preconditions for making art. It is the interaction between perception and thinking, between image and meaning.
4) What are the main concepts that are present in your artwork? (Body, territory, nature, the imaginary) Why?
Perception, observation and being bound to one’s own body, life force and vitality are recurring themes in my work. But in fact anything can be an inspiration, it’s how you look at things.
5) In your site you mention that “a curved line can have much meaning and expressiveness as an specific color”, so, how would you define within your work the importance of the line?
For me, painting is form and color. A line can have as much meaning and expressiveness as a color. Shapes and lines relate to each other in a composition, just like colors. Everything you do in the painting matters and contributes to the end result.
6) Visually your artwork stands out by the vibrant use of colors, I would like to know what role color has in your artwork?
Color is indeed richly present in my work. Perhaps this is because I am a painter, light and color are important visual means for painting. Color has a lot of eloquence, you could compare it with musical sounds.
7) To finish I would like to ask you about your textile artwork, how would you describe the performativity of these pieces? You conceive them as autonomous living organisms?
I don’t see them as organisms, the works stand by themselves and are what they are.
Onlangs vroeg Sophie Lee, studente journalistiek aan The New School, of ik wilde meewerken aan een interview. Hier volgt de tekst:
De gympen van mijn broer
Stiller staan zonder voet
afdruk van hiel en tenen
een leeg voetbed en verdwenen geur
geschaafde neus – gebroken stiksels
zolen gesleten afgetrapt
staande stil gebleven.
FSS 2020
De phoenix herrijst.
Niets dan lucht,
draagt zijn vleugels.
Twee gedichten, de eerste onlangs geschreven en sluit aan bij het gedicht hieronder, wat ik in 2019 schreef en onlangs heb herschreven.
Er werd gezegd dat het zo is.
Zo anders.Je legde je neer naast het water
met je oor naar het kabbelend ruisen
van enkel geluid.Dit is wat er is. Hoor je?
Vergeet alles.Je herkende het ritme
van klotsen op steen.
Het sijpelen van vroeger naar later.Luister, dit is het.
Zo, en niet anders.Op je rug zag je vochtig van gras,
hoog door wolken
een vogel heen.FSS 01/2020
Poëzie in combinatie met een schildering.
Geruststellend groen
deinen boomtoppen,
zwalken takken zwaar
van generfd blad.
Schuddend ja en nee
het is niet waar.
Vanuit het thema van het ‘Ongeziene landschap’ schilderde ik in 2012 een reeks van 35 abstracte werken. De gehele reeks heeft hetzelfde A4 formaat en is geschilderd in eenzelfde kleurtoon blauw. Op Art Fair Re:Rotterdam heb ik de gehele reeks in boekvorm getoond. In de volgorde van schilderingen zie je een verhaal van het ‘Ongeziene landschap’ op steeds andere wijze verbeeld. Deze reeks is min of meer de eerste serie, de eerste aanzet tot ‘grid paintings’ oftewel schilderingen in een rastercompositie.
In mijn schetsboeken tekende ik enige tijd later vele reeksen vormonderzoek in zwart en wit. Om de vormen naast elkaar te zien, te vergelijken en op elkaar in te laten werken, tekende ik ze in rasters. Door het gebruik van zwarte inkt ontstond een totaalbeeld, waarbinnen de vormen elkaar versterken.
Aansluitend op het thema van het ‘Ongeziene landschap’ werkte ik in 2015 als artist in residence bij het Van GoghHuis in Zundert aan een grote inkttekening. Mijn werk gedurende mijn artist in residence had als thema ‘Slechts grond en lucht’ en was geïnspireerd op een citaat van Vincent van Gogh.
De inkttekening (150 x 300 cm) bestaat uit 28 regels van 20 maal ‘grond en lucht’. Waarbij elke figuur bestaat uit een onderdeel grond en een onderdeel lucht, welke zich tot elkaar verhouden. De herhaling van deze abstracte grond-lucht schilderingen, in totaal 560, zijn als de momentopnamen van een veranderlijk landschap en een wisselende perceptie van dat landschap. Alle regels samen vormen een geheel, waarbij de vormen van grond en lucht visueel verband met elkaar aangaan en inwisselbaar worden. Wat grond is kan evengoed lucht zijn of omgekeerd. Het zijn abstracties welke doen denken aan hiërogliefen of symbolen. Als taaltekens verwijzen ze naar een oneindig landschap, wat met de waarneming meebeweegt.
Door de compositie van het rooster, de opdeling van het vlak, is het een andere manier van schilderen dan in een totaalcompositie. Het is een opeenvolging van concentratiepunten, van kleine schilderingen welke samen een geheel vormen.
Zie ook: ‘Ongeziene landschap’ https://hergens.net/category/ongeziene-landschap/
Zie ook: ‘Slechts Gronde en Lucht’
https://hergens.net/slechts-grond-en-lucht-2/
https://hergens.net/slechts-grond-en-lucht-expositie/
Kleine raster inkttekening 2015 Arti et Amicitiae:
https://hergens.net/hangen-doe-je-toch-tentoonstelling-leden-arti-et-amicitiae/
Wat er ook staat
het ritme roert
en geeft de maat.Door de antistrofe
langs sextet en octaaf
met de prince naar de pointe
dwars door het enclave.
2012 – FSS
Vormgeven in woord en beeld, vorm-geven, ver-woorden en ver-beelden.
Verbeelden – iets tot beeld maken – kan met verf en kleur, stof en wol en in zin en woord.
Soms maak ik daar een combinatie van in tekst, poëzie, titel, textiel, tekening, schilderij.
De paden blijven
liggen vol blubber.
Waar zolen in zoenen
kruipt later het schemer
zwart in schors omhoog.
2019 – FSS
Het schilderij als kader, het welbekende idee van het raam met zicht op een andere werkelijkheid. Het schildersdoek is een raamwerk, een kader waarbinnen de compositie valt. Het formaat is bepalend voor de compositie, bepalend voor het beeld.
Ik schilder een kader binnen het kader van het schilderij.
Kijk het is niet wat het lijkt, een werkelijkheid in een werkelijkheid in een werkelijkheid.
Ik schilder een kader als eerste opzet, als een literaire openingszin, als een incipit.
“Er was eens…” zegt het kader, “hoe het allemaal begon...” en “het verhaal gaat…”.
Een kader als introductie op en een context voor het schilderij, in beeld en betekenis.
Toen ik op de kunstacademie voor het eerst naar modeltekenen ging, verwachtte ik anatomie les te krijgen. Dat bleek niet het geval. Er was een model, naakt of gekleed, om na te tekenen en schilderen. Hierbij werden soms opdrachten gegeven en er was altijd een docent aanwezig voor tips en adviezen. Al met al geen anatomische ontleding van het lichaam, maar werken naar waarneming.
Het gaat om kijken, heel goed kijken en nadenken over wat je nou eigenlijk ziet. Waarneming gaat niet alleen over kleur en vorm, maar ook over ruimte, licht en perceptie. Waarneming is meer dan alleen zien, het is met al je zintuigen aandachtig en bewust observeren.
Perceptie: een proces van verwerven, registreren, interpreteren, selecteren en ordenen van zintuiglijke informatie.
Schilderen naar waarneming is veel meer dan vastleggen hoe, bijvoorbeeld de narcissen bloeien. Het is de energie van de lente die voorzichtig, maar ook krachtig uit het donker oplicht. Het is de wind die de bloemen zachtjes heen en weer wiegt, het zijn bloembollen die elk jaar bloeien en weer afsterven, het is de bloemengeur, enzovoorts. Zoals Cézanne zei: “Je zou de geur van bomen kunnen schilderen.”. De manier waarop de schilder zijn model observeert en interpreteert, bepaalt mede de wijze waarop het model in materiaal wordt omgezet.
Ik teken wel eens portret, maar nooit in opdracht. Om de simpele reden dat ik geen zin heb in gezeur over of iemand wel of niet ‘lijkt’. Het gaat me niet eens zozeer om of ik wel vakkundig genoeg zou zijn, want misschien ben ik gewoon een slecht portret tekenaar, maar meer nog is het werken naar waarneming, of dat nou stilleven, landschap of model is, iets wat ik nooit doe met de intentie dat het ‘echt moet lijken’. Dat is totaal oninteressant vind ik. Want wat is echt, waarheidsgetrouw of realistisch? En waarom dan geen foto?
Het gaat om waarneming, perceptie en hoe je dat kunt omzetten in verf op doek. Hoe nieuwe kennis door waarneming ontstaat en hoe je deze kunt verbeelden. Hierbij gaat het nooit over een objectieve observatie en evenmin om enkel persoonlijk subjectieve interpretatie. Want beiden staan niet op zichzelf, maar zijn afhankelijk van een bepaalde context, van regels en van waaruit ze voortkomen.
Kunst is vrij en bepaalt zelf de regels en verandert deze ook weer als dat zo uitkomt. Kunst is een context op zichzelf. Zoals Braque mooi zei: het schilderij heeft niet de bedoeling ‘een anekdotisch feit te reconstrueren’ maar een ‘picturaal feit te constitueren’. Het kunstwerk is niet een imitatie van de wereld, maar het is een wereld op zichzelf.
Terug naar modeltekenen. Het idee van anatomieles komt uit de Renaissance, destijds was er veel aandacht voor anatomie in de kunsten en het naakt werd als ideale schoonheid verbeeld. Naakt was niet nieuw in de kunst, dat kwam al voor in de prehistorie in de vorm van venusbeeldjes, welke symbool staan voor vruchtbaarheid. In de middeleeuwen werd het naakt onder invloed van religie afgebeeld in de vorm van goden en Bijbelse figuren, zoals Adam en Eva. In de 19e eeuwse kunst wordt het naaktmodel steeds vrijer en meer alledaags weergegeven. Dit ging niet zonder slag of stoot, want voorheen mocht het naakt alleen kuis en niet te uitdagend of te realistisch worden afgebeeld. Bekend voorbeeld is het schilderij ‘Le dejeuner sur l’herbe’ van Edouard Manet, wat men in 1863 heel schokkend vond, omdat in dat schilderij het naakt door Manet uit zijn traditionele context is gehaald. In de loop van de 19e eeuw wordt het naaktmodel een zelfstandig onderwerp in de kunst en is het in diverse stromingen een belangrijk thema. Zo komt het naakt als onderwerp veel voor in het impressionisme, expressionisme, symbolisme en kubisme. In de 20e eeuw wordt het naaktmodel vastgelegd door nieuwe media als film en fotografie. En uiteindelijk wordt in de jaren zeventig het (naakte) lichaam zelf tot kunst verheven in de vorm van performance en body-art.
Modeltekenen is ook gewoon leuk om te doen en een goede oefening. In de loop der jaren heb ik heel veel model getekend en geschilderd. Het zijn vooral schetsen, omdat de meeste standen vijf tot tien minuten duren. Veel is rechtstreeks de vuilnisbak in gegaan of op later tijdstip weg gegooid. Je kunt niet alles bewaren en veel schetsen stellen niet veel voor. Sinds kort verwerk ik ook modelschetsen in collage en ander schilderwerk. De combinatie van werk naar waarneming en vrij (abstract) werk is interessant en geeft nieuwe mogelijkheden in beeldtaal.
Meer over waarneming: https://hergens.net/tag/waarneming/